Het laatste deel zal over 5 dagen online staan!
‘Mevouw?’ Bell hoorde
het niet. Ze zat te diep in de wereld waar het verhaal zich afspeelde. Een hand
nam haar schouder in een ijzeren greep en schudde haar door elkaar, waardoor ze
werd los geweken van het betoverende verhaal. Ze wilde boos zijn op degene die
haar zo ruw uit haar boek had gehaald, maar ze schrok van het gezicht dat vlak
voor het hare hing. Het gezicht zag dat ik schrok en ging een paar centimeter
naar achter.
Het was net een
eeuwenoude wegenkaart: bruin van jaren blootstelling aan de zon, met rimpels als
bergen en dalen, borstelige wenkbrauwen als twee langgerekte bosseneen paar blauwe ogen als diepe, onaardse poelen. Het
was aan haar de weg te vinden. Maar ze herkende dit gezicht niet.
De man, die ze
ergens achter in de vijftig schatte, verslapte de greep op haar schouder en
legde in plaats daarvan zijn hand op haar arm. Dat vond ze niet erg, het was
een vaderlijk gebaar.
‘Meisje, alles oké?’
Zijn wenkbrauwen gingen fronsend omhoog en ze stelde zich voor dat de Alpen
zojuist uit de grond omhoog waren gestegen. Ze knikte met haar hoofd waardoor
haar lange, bruine haren heen en weer dansten langs haar schouders.
‘J-ja. Ja, alles
goed.’ Ze kon haar ogen niet van zijn gezicht houden, het was een verhaal op
zich. Of in ieder geval, ze wist dat er een heel verhaal achter zat. Maar ze
durfde er niet naar te vragen. Een verhaal moest voor je klaar liggen om
gelezen te worden, je moest er niet naar hoeven zoeken. Vrienden moesten ook
voor je klaar staan, dacht Bell minachtend, maar ze schudde dat ijskoude gevoel
snel van zich af.
‘Wil je deze boeken
lenen?’ vroeg hij, gebarend naar de stapel bij haar voeten. Ze knikte en maakte
aanstalten om naar de balie te lopen. Maar de man hield haar tegen en tilde
haar boeken op. Bell liep achter hem aan. Hij nam plaats achter de balie en
startte de computer op. Zij was vast de eerste klant van vandaag.
‘Je moet je boeken
over twee weken inleveren,’ klonk er na wat piepjes en tikjes. Weer knikte
Bell, hoewel ze wist dat ze volgende week weer zou komen, omdat ze dan weer
door haar voorraad heen was. Deze man was hier vast nieuw, ze had hem nog nooit
gezien en zij kwam hem ook niet bekend voor, anderd had hij haar wekelijkse
bezoek wel geweten, net als alle andere medewerkers.
Ze zou boeken voor
twee weken kunnen lenen, maar dat deed ze expres niet. Op de manier zoals ze
het nu deed, had ze iedere week iets te doen, iets waar ze naar uit kon kijken.
‘U bent hier nieuw,
niet?’ Het was eruit voor ze er erg in had en voor ze het terug in haar mond
had kunnen stoppen. De man merkte er niets van en knikte vriendelijk zijn
hoofd.
‘Sinds vandaag. Jij
bent mijn eerste klant.’ Hij glimlachte een kunstgebitglimlach en gebaarde naar
haar tas, die aan haar arm bungelde. De boeken werden er met de voorzichtigheid
van porseleinen kopjes een voor een ingelegd. Bell zag waarom de man hier was
komen werken; zijn liefde voor boeken ging misschien nog wel verder dan die van
haar.
Liefs, Moon
Wauw echt een leuk verhaal! ♥___♥
BeantwoordenVerwijderen