Are you looking for something??

16.8.12

story | Bell #1/4

Hi all!

Yeah, het eerste deel van a short story! In mijn post van dinsdag had ik naar jullie mening gevraagd, en maar twee hebben er op gereageerd en dat was eigenlijk al genoeg! Schrijven hoort bij mij, dus het zou raar zijn als ik het niet zou posten... Dus hierbij! Maandagavond ben ik begonnen en ik heb het korte verhaal van vier A4'tjes woensdagochtend helemaal afgemaakt. Oké, vier pagina's is niet veel, maar ik weet nooit hoe ik mijn verhalen af moet ronden en nu is het eindelijk gelukt!
Ik heb nog geen goede titel (dat heb ik vaak niet), dus ik vernoem het gewoon naar de hoofdpersoon, Bell, deze keer. Die naam kwam zomaar *bam* in me op, wat betekent dat ik die naam altijd al in mijn hoofd had en dat het dus een goede naam is. Soms moet ik mijn documentjes met namen erbij pakken en dan zit er wel eens een leuke tussen, maar het is dus gewoon uiteindelijk Bell geworden... Nou ja, meer ga ik niet vertellen. Nestel je in een fijne stoel, neem je laptop op schoot, zorg voor een kop thee en een schaaltje koekjes en let's read! O, en don't forget: laat me weten wat je er van vindt! Dat is voor mij heel belangrijk!
1.
Bell liep de bibliotheek in met haar hoofd zo diep mogelijk in haar gebreide sjaal, met haar ogen er net bovenuitstekend, voorzien van een bril met dik montuur. Haar handen zaten in haar zakken en haar laarzen piepten over het pasgeboende linoleum. Haar ogen die veilig achter haar dikke brillenglazen zaten, namen alles en iedereen nauwgezet op, al was er niets anders te zien dan een enkele stoel en tafel, een schoonmaakster die haar kar suf voor zich uitduwde en een man achter een soort desk, die verveeld met zijn pen zat te klikken. Niets om je zorgen over te maken, Bells, dacht ze zachtjes.
Eenmaal binnen ontspande ze, alsof ze thuiskwam. Haar spieren verslapten, ze hapte naar adem, alsof ze al die tijd haar adem had ingehouden en nu eindelijk naar boven kwam, weg uit het water, waar ze niet kon ademen. Daarbuiten... daar was ze altijd op haar hoede. Altijd gereed op een aanval van een prooi die zich verborgen hield voor haar en op het juiste moment toehapte. Dat gevoel had ze steeds en was nooit weggegaan.
Na de dood van haar vader zocht ze een toevluchtsoord. Een plek waar niemand haar lastigviel. Geen geheime plek, maar waar ze zichzelf kon zijn en niet bang, op haar hoede, kwetsbaar.
Ze vond de bibliotheek. Het was een doolhof, waarvan ze zich voorstelde dat zij de enige was die de goede weg wist te vinden. De gedachte dat niemand haar hier zou vinden, was bijzonder geruststellend.
Bell ritste haar jas een stukje open, beetje bij beetje bereid meer van zich vrij te geven, zich over te geven aan de rijen boeken die als beschermende armen om haar heen reikten. Ze snoof diep, ze ademde de geur van gelezen bladzijden in, waarmee ze de talloze verhalen bijna kon horen.
Het was stil in de bibliotheek. Het was maandagochtend en iedereen die zich überhaupt in de bieb zou kunnen wagen, waren werken, op school of sliepen uit van een lang en druk weekend.
Bells weekend had inderdaad vreselijk lang geduurd, maar in de verste verte niet druk geweest. Ze had hem op haar kleine kamertje doorgebracht, met de stoffige nepbloemen, verbleekte gordijntjes, een knipperend peertje aan het plafond, poppen met doodse ogen en een bureau waar ze net met haar knieën onder paste. Haar kamer voelde aan als een luciferdoosje: klein en donker.
Iedere nacht bleef ze tot laat wakker liggen, omdat de zwakke gloed van de maan op de ogen van de poppen scheen. Ze bleef net zolang liggen tot ze voldoende energie en moed had verzameld om naar het hoekje met de poppen te lopen en ze een voor een om te draaien, zodat hun ogen bedekt waren.
Maar elke avond stonden de poppen weer normaal. Bell wist wie dat deed. Maar ze dacht er liever niet aan. Dan begon haar bloed te koken en haar gedachten rond te tollen en dan kon ze niet meer normaal nadenken. Dat wilde ze niet. Niet nu.
Nu was ze zo ver dat ze haar jas en sjaal aan de kapstok ophing. Het was aangenaam warm in de bibliotheek, wat de geur van boeken alleen maar versterkte. De ijzige kou die buiten woei, was hier niet te voelen. Bell draaide een rondje, zich afvragend waar ze moest beginnen. Er was zoveel moois!
Boeken waren haar vrienden. Ze vertelden je hun mooiste of stoutste geheimen, boden een luisterend oor als ze dat nodig had, zonder haar tegen te spreken en zouden zich nooit tegen haar keren. Het waren de beste vrienden die ze zich voor kon stellen.

Liefs, Moon

7 opmerkingen:

  1. Omy, je kan echt supergoed schrijven! Word schrijfster :) Ik ben benieuwd naar de rest! liefs.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. aaaaw, so sweet, dat word ik echt heel erg blij van! ;D

      Verwijderen
  2. Echt super goed geschreven! Ik wouw dat ik ook zo kon schrijven! :O
    Ik heb ook altijd problemen met een goed einde, maar het einde van een verhaal is ook zo belangrijk. Ik ga je volgen ;)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Heel erg goed geschreven! Je leest zeker veel? :-)
    Ik heb juist meestal moeite met het begin i.p.v. het einde, haha!
    Xxx

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Leuk! Ik ben echt als de dood voor poppen, dus ben heel benieuwd naar de rest haha!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Hi, honey! I really liked your blog, you have great photos! Now, I am your faithful follower! I really hope that you enjoy my blog and you will be my follower!)))) Miss you, kiss!

    BeantwoordenVerwijderen

Leuk dat je mijn blog hebt gezocht en bedankt voor je reactie! You made my day! xx