Are you looking for something??

21.9.12

story | Sue #3/3

De laatste twee hoofdstukken van "Sue"!! Het einde is misschien een beetje afgezaagd en teleurstellend, maar ik vond dat het echt een kort verhaal moet blijven, dus het moest nu afgerond worden. Sorry als je op iets anders gehoopt had! Ik vind wel dat het mysterieuze er nu een beetje aan blijft zitten, wat eigenlijk heel het verhaal al heerst en dat is eigenlijk wel leuk!
5.

Ik probeerde me te concentreren, maar het lukte niet, want telkens zoemden er verbonden enkels en krukken door mijn hoofd, als vliegen op een hoop stront. De peni n mijn hand was nietin staat te schrijven, mijn hand trilde te erg. En ikw ist niet waarom. Kwam het doordat het zo lang geleden was gebeurd? Kwam het door de pen? Ik wist het niet.
Ik moest het nu schrijven, anders zou het alleen maar langer aan me blijven knagen. Dus ik zette de pen op het papier en begon met een letter, een woord, een zin, een verhaal.

De oude vrouw schatte ik eind zestig, maar ze zou ook jonger kunnen zijn. Ze stond voor mijn deur en glimlachte naar me. Het enige wat ik deed, was verstijfd blijven staan, tot meer was ik niet in staat. De vrouw stak haar hand naar me uit, langzaam en voorzichtig.
‘Niets vragen, kindje, niets vragen,’ zei ze. Ik knikte langzaam. Toen stopte ze een klein, goudkleurig knoopje in mijn hand. Daarna liep ze naar binnen, de trap op, rechtstreeks naar mijn kamer toe. Ze ging op mijn bed zitten en staarde me aan. En daarna niets meer.

Met een dubbelgevoel legde ik mijn pen neer. Tevreden over mijn verhaal – niet uitermate goed, maar het vertelde wat ik wilde dat verteld moest worden. Bang voor wat het teweeg zou brengen. Voor de vrouw die binnenkort op de stoep zou staan.
‘Sue!’ riep haar moeder vanuit haar slaapkamer. Ze lag op haar bed wat televisie te kijken – zappend langs de zenders. Haar moeder zag er vermoeid uit.
‘Ja, mam?’ vroeg ik, mijn angst en geheimen verbergend achter een dikke laag bezorgdheid. Voorzichtig ging ik op het voeteneind zitten, terwijl ik probeerde niet naar haar verbonden linkerenkel te kijken.
Mijn moeder wilde net haar mond opendoen, toen haar de mond werd gesnoerd door de bel die ging. Stilletjes stond ik op en liep naar beneden, met een bonkend hart in mijn keel. Ik deed de deur open. Keek in een paar ogen die omkransd waren met dunne lijntjes en kraaienpootjes in de buitenhoeken.
De oude vrouw schatte ik eind zestig, maar ze zou ook jonger kunnen zijn. Sinds drie jaar geleden was ze niets verandert, geen rimpel meer of minder. Ze stond voor mijn deur en glimlachte naar me. Het enige wat ik deed, was verstijfd blijven staan, tot meer was ik niet in staat. De vrouw stak haar hand naar me uit, langzaam en voorzichtig.
‘Niets vragen, kindje, niets vragen,’ zei ze. Ik knikte langzaam. Toen stopte ze een klein, goudkleurig knoopje in mijn hand. Daarna liep ze naar binnen, de trap op, rechtstreeks naar mijn kamer toe. Ze ging op mijn bed zitten en staarde me aan. En daarna niets meer.
Ik maakte me zorgen over mijn moeder. Stel dat ze ineens mijn kamer binnenstormde? Dan zou ze vragen gaan stellen waar ik geen goede antwoorden op had. Eerlijke antwoorden waren in dit geval bizar en ongeloofwaardig. Voor de zekerheid draaide ik mijn deur op slot.
Dat slot had ik twee jaar geleden gekregen, toen de toenmalige vriend van mijn moeder twee weken bij ons was ingetrokken. Ik had al snel door dat hij het niet erg vond om mij lastig te vallen en dat had ik mijn moeder ook verteld. Zij vond het onzin, maar toen ze hem een keer zocht en hem op mijn kamer - waar ik gelukkig niet was op dat moment - vond, had ze snel een slot op mijn deur laten zetten. En hem gedumpt. Daarna had mama nooit meer een vriend gehad.
Ik had nooit gedacht dat ik het slot voor haar moest gebruiken. 


6.

'Wat moet ik met het knoopje?' vroeg ik. Het knoopje plakte nog steeds in de palm van mijn hand. De vrouw zei niets en staarde voor zich uit.
'Oké, mevrouw, ik heb u hierheen geschreven, omdat ik vragen heb. Ik zou graag willen dat u daar antwoord op gaf.' De vrouw knikte langzaam, maar duidelijk.
'Laten we makkelijk beginnen: wat is uw naam?'
'Mevrouw Sandy,' fluisterde ze zachtjes.
'Nou, mevrouw Sandy, waarom heb ik die pen gekregen?' Dat gekke knoopje interesseerde me plotseling geen moer meer.
'Omdat ik vond dat jij het verdiende.'
'Wat? Maar waarom dan?'
'Ik snap dat je vragen hebt, meisje, maar op sommige vragen is geen antwoord.' Ik besefte dat ik het moest doen met dit raadselachtige antwoord. Maar dat kon ik niet.
'Sue? Ben je daar?' hoorde ik mijn moeder zeggen aan de andere kant van de deur. De deurklink ging omhoog en omlaag zonder beweging. Ik legde mijn vinger op mijn lippen ten teken dat Sandy stil moest zijn, hoewel ik wist dat ze dat wel zou zijn.
'Ja, mam, ik ben hier.' Mijn stem sloeg ongewild over en ik wist dat mijn moeder dat zou horen, maar er niets over zou vragen.
'Oké, lieverd. Ik ga even wat drinken, wil je ook wat?'
'Nee, mam, ik heb geen dorst.' Ik wachtte tot ik haar voetstappen de trap af hoorde gaan, langzaam, want het kostte haar moeite met haar enkel.
'Mevrouw Sandy, ik begrijp uw raadselachtigheid gedeeltelijk, maar ik zou graag een antwoord willen.' De vrouw glimlachte naar me, waardoor haar rimpels zich samentrokken tot een dubbel aantal vouwen en gleuven in haar gezicht. Ik wilde schreeuwen, maar er kwam alleen een piepend geluid uit mijn keel. Sandy wenkte me dichterbij en legde haar hand op mijn arm.
Leek het maar zo of knetterde mijn huid onder haar hand?
'Susannah, herinner je je klasgenootjes van drie jaar geleden nog?' Plotseling was alles verdoofd en dacht ik: hoe weet zij dat? Ik knikte.
'Dat wist ik. Je verdiende de pen.' Mijn hoofd was onmiddellijk weer kraakhelder, de mist trok in een keer op.
'Maar waarom? Wat had ik aan die pen?' riep ik uit, zonder rekening te houden met mijn moeder beneden. Sandy greep mijn arm steviger vast, zodat verdachte bewegingen onmogelijk werden gemaakt.
'Je mag haat niet met haat bestrijden. Maar sommige mensen benijden andere mensen zonder echte reden en dat kan ik niet aanzien. Dan grijp ik in. Ik zag het bij jou gebeuren en kon dat niet aanzien. Daarom gaf ik je de pen. Om hen een koekje van eigen deeg te geven. Maar jij had de pen niet nodig, bleek naderhand. Je was de pen onbewust vergeten, maar je hebt je gered. Je hield je sterk. Ik heb bewondering voor je, meisje.’ Ik wachtte op meer, maar blijkbaar kwam dat er niet. Toen drukte ik de pen in haar handen.
‘Hier, blijkbaar heb ik hem niet nodig, dus houd hem maar.’ De vrouw pakte de pen en verdween. Ik ging naar beneden en schonk een glas Cola in.

Liefs, Manon

PS. Voorlopig komt er even geen verhaal meer online. Ik ben bezig met een iets langer kort verhaal, maar die is nog niet af en niet naar m´n zin. Jullie zullen het voorlopig even met dit moeten doen! 

3 opmerkingen:

Leuk dat je mijn blog hebt gezocht en bedankt voor je reactie! You made my day! xx